Inhoud - Opleiding Start je eigen zorgboerderij
De opleiding Start je eigen zorgboerderij bestaat uit de volgende 9 modules:
Module 1 – Kennismaken met de zorgboerderij
In deze inleidende module maak je kennis met het concept ‘zorgboerderij’. Aan de hand van praktische voorbeelden maak je kennis met verschillende soorten zorgboerderijen en zorgvormen. Ook is er aandacht voor de competenties die nodig zijn om een zorgboerderij te starten en te runnen. Een belangrijke boodschap is dat een zorgboerderij enerzijds bestaat uit een groene omgeving met agrarische activiteiten en dieren en anderzijds uit een sociale omgeving, waarin het werken met doelgroepen en zorg centraal staat. Ook management en educatie maken onderdeel uit van de zorgboerderij.
Module 2 – Starten met een eigen zorgboerderij
In deze tweede module leer je de ondernemende aspecten kennen van het opstarten van een zorgboerderij. Er wordt stilgestaan bij het vaststellen van het idee tot aan de marketing vanuit de 5 P’s voor je zorgboerderij en hoe je dit concreet maakt in een ondernemingsplan.
Module 3 – Doelgroepen I: leren en werken
In deze derde module maak je kennis met verschillende doelgroepen die baat hebben bij een zorgboerderij. Je leert de rol van behoeften in het begeleidingsproces kennen. Daarnaast wordt er ingegaan op enkele specifieke doelgroepkenmerken van kinderen en jongeren rondom leren, werken en re-integratie.
Module 4 – Doelgroepen II: begeleiden en verzorgen
In deze vierde module maak je kennis met de doelgroepen volwassenen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, cliënten met een psychiatrische achtergrond en ouderen met dementie. Centraal staat het begeleiden en verzorgen van deze doelgroepen. Ook leer je de belangrijkste doelgroepkenmerken kennen. Tot slot wordt stilgestaan bij het maken van een overwogen keuze voor een bepaalde doelgroep.
Module 5 – Een zorgboerderij: hoe financier ik dat?
In deze vijfde module komt alles over financiering van je zorgboerderij aan bod. Je leert welke financieringsmogelijkheden er zijn. Er wordt ingegaan op subsidieregelingen vanuit de overheid en op ondersteuningsmogelijkheden en werving van fondsen vanuit organisaties. Ook leer je welke mogelijkheden voor particuliere financiering er zijn, zoals crowdfunding en een lening bij de bank. Tot slot is er kort aandacht voor basiskennis van boekhouden.
Module 6 – Wetgeving en kwaliteit: met welke regels krijg ik te maken?
Je wilt een zorgboerderij starten, maar hoe houd je rekening met kwaliteit en wetgeving? In deze zesde module wordt ingegaan op wettelijke eisen die gesteld worden aan kwaliteit, verzekeringen en betaling van belasting. Er wordt stilgestaan bij het kwaliteitskader, het werken volgens de PDCA-cyclus, het werken volgens protocollen, het aanvragen van keurmerken en het voorbereiden op inspecties. Tot slot leer je situaties monitoren en evalueren vanuit het proces, het product en het resultaat.
Module 7 – Begeleiding: hoe werk ik?
Bij het starten van een zorgboerderij staat de cliënt altijd centraal. In deze zevende module wordt stilgestaan bij de begeleiding van de cliënt. Ten eerste wordt er gekeken naar de marktwerking tussen vraag en aanbod. Wat is de zorgvraag, wat is het zorgaanbod en hoe verloopt de in-, door- en uitstroom? Van belang hierbij is de aandacht voor het werken vanuit een heldere zorgvraag en doelstelling(en) vanuit een begeleidingsplan. Daarbij wordt in kaart gebracht welk personeel je nodig hebt voor welke begeleidingstaken. Veel zorgboerderijen zijn familiebedrijven. Daarom gaat er speciale aandacht uit naar het werken met familieleden. Tot slot wordt er stilgestaan bij diverse begeleidingstechnieken die kunnen worden toegepast.
Module 8 – Activiteiten: wat bied ik aan?
Op een zorgboerderij verzorg je allerlei activiteiten. In deze achtste module is er aandacht voor de praktijk van alledag: welke activiteiten wil je aanbieden? En hoe past dit bij de vraag en behoefte van je cliënt? Je leert een activiteitenplan opstellen. Daarbij maak je kennis met handwerken en vaktherapie, contact met dieren, planten en de natuur en werkzaamheden op en rond het erf. In deze module wordt ook stilgestaan bij groepsdynamiek. Je leert hoe je ervoor kunt zorgen dat er sociale cohesie in de groep is en dat iedereen meedoet (inclusiviteit). Ook kun je verschillende rollen identificeren binnen de groep en leer je hoe je iedereen in zijn kracht kunt stimuleren.
Module 9 – Zorg en welzijn: hoe verzorg ik de zorg?
In deze negende en laatste module wordt stilgestaan bij de zorgtaken die bij je doelgroep een rol spelen. Er wordt uitgegaan van een holistische kijk op de mens, vanuit sociaal, geestelijk en lichamelijk welzijn. Vanuit dit oogpunt is er aandacht voor voeding, hygiëne en Eerste Hulp Bij Ongelukken. Tot slot wordt er stilgestaan bij het omgaan met agressie. Soms kunnen er bij cliënten onderling of tussen medewerkers en cliënten spanningen ontstaan. In deze module leer je hoe je daarmee kunt omgaan vanuit het stoplichtmodel en het ABCD-model. Ook is er aandacht voor je eigen welzijn vanuit het stellen van grenzen.